De vliegende start van Atmodes

De oprichting

In juni 1955 stapten 31 vrouwen en meisjes uit onvrede met het bestuur van de Haarlemse atletiekvereniging Gita op uit die club en richtten op de 17e van die maand een eigen atletiekvereniging op. Ze vonden dat het Gita-bestuur zich veel te weinig bemoeide met dagelijkse gang van zaken, niet inspirerend was en geen ambitie toonde. De druppel die de emmer deed overlopen was de botte wijze waarop hun kritiek werd beantwoord: namelijk met een soort kruisverhoor door twee oudere heren bij de voorzitter thuis. Dit was de aanleiding voor de oprichting van een nieuwe vereniging: de Haarlemse Dames Athletiek Vereniging (H.D.A.V.) Atmodes. De naam Atmodes lijkt in het rijtje thuis te horen van Griekse of Romeinse goden, zoals Achilles, Hellas, Argo, Pallas en Hercules. Maar het gaat hier om een afkorting: “AThletiek MOeder DEr Sporten”. De naam was verzonnen door Wout Ineke, de man van een van de overgestapte atleten.

De start

Ria Ineke

Er moest in korte tijd van alles worden geregeld om de jonge vereniging op de rails te krijgen. En dat gebeurde ook: Atmodes kende een vliegende start. Er moest een organisatie op poten worden gezet, trainers geregeld. Er moest een trainingsveld komen. Et cetera. Over start gesproken, dat werd ook de naam van het clubblad: “De Start”.

Als je al die oude verenigingsbladen leest dan valt vooral de gedrevenheid van de pioniers van Atmodes. In no time werd een clubtenue met embleem ontworpen en aangeschaft. Er werd materiaal gekocht: één kogel, één speer, één discus en drie hordes; twee hoogspringstandaards en twee startblokken werden zelf gemaakt. Er werden contactavonden en feestavonden georganiseerd. Er werd een clubarts aangesteld. En er werd natuurlijk gesport. De trainingen werden gegeven door Chris Russeler en Co Wullems. Meteen al: op 9 juli, 17 juli, 24 juli en 31 juli – dus nauwelijks een maand na oprichting – deden Atmodesatleten al mee aan wedstrijden. Op 7 september werd de voorlopige voorzitster opgevolgd door de vrouw die 25 jaar lang de drijvende kracht van de vereniging zou zijn, Ria Ineke-De Vos.

Al snel goede prestaties

In de zomer van 1956 deed Atmodes elk weekend wel aan wedstrijden mee. Clubrecords werden in het eerste jaar natuurlijk met bosjes tegelijk behaald en weer verbroken. De prestaties waren vanaf het begin zeker niet slecht. Verschillende wedstrijden werden zelfs gewonnen. Ook bijvoorbeeld tegen twee Duitse ploegen. Bij een jeugdcompetitie waaraan zestien clubs meededen werd Atmodes tweede. Met andere woorden, in heel korte tijd lukte het Atmodes met heel bescheiden middelen (bijvoorbeeld geen atletiekbaan en nauwelijks trainingsmateriaal) toch behoorlijke wedstrijdploegen aan de start te brengen en kon de club goed meekomen in allerlei wedstrijden.

De eerste onderlinge wedstrijden van Atmodes

Drie maanden na de start, op 11 september, waren de eerste onderlinge wedstrijden. Een zeskamp. Ze werden gehouden aan de Van Oosten de Bruynstraat; nu het Geelwit-terrein. Bij de senioren ging de beker naar Rietje de Vries met 3597 punten met daarbij een opvallend sterke 100 meter (12.7 sec.). Rietje zou later in het jaar, op 25 november, in het huwelijk treden met de toenmalige penningmeester van H.A.V. Haarlem, Joop van Drunen. Veel atleten vormden met atletieksperen en vlaggen een erehaag op de trappen van het Haarlemse stadhuis.
Er werd de eerste winter hard getraind. De trainersstaf werd uitgebreid met Wil Westphal. Er werd toegewerkt naar goede prestaties in 1956. De club telde een paar uitgesproken talenten. Goede resultaten konden niet lang uitblijven.

De Haarlemse damesatletiekvereniging Atmodes (1955-1987)

Annuleren