Tussen stadspark en sintelbaan

1. Accomodatie

Na haar oprichting op 17 juni 1955 moest Atmodes vanzelfsprekend op zoek naar een trainingsveld. Na enkele weken van trainingen op de openbare speelweide in het Noordersportpark, hielp de voetbalvereniging Bloemendaal de jonge vereniging uit de nood. Voorlopig kon men daar tweemaal per week terecht. De definitieve huisvesting werd gevonden op het grasveld aan de Kleverlaan, waar ook HAV Haarlem, RK Holland en Gita hun domicilie hadden. Het was er dringen geblazen, want het veld was niet groot. En een rondbaan ontbrak. In het clubblad valt te lezen dat in 1962 de training op dinsdagavond samenviel met die van RK Holland en op vrijdagavond met die van HAV Haarlem en Gita.
In de winter werd ’s zondags getraind op het CIOS-terrein, met aanvankelijk de schuur van de buren, de familie Blok, als kleedruimte (“de Blokhut”). Later werd dit een (onverwarmde!) schuur aan de Brouwerskolk. De binnentraining was in de gymzaal van een school in de Jacobstraat.

2. Omvang

Het bestuur van Atmodes, v.l.n.r. Wil van Opzeeland - de Vos, Ria Ineke - de Vos, Gonnie Prosee - Takken, Nel Hagtinius - Verkerke en Tonny Jansma

Het bestuur van 1959

De vereniging groeide als kool, voorzover je kunt zeggen dat kool snel groeit. Een halfjaar na de oprichting was de club gegroeid van 31 naar 85 leden. Medio 1956 waren het er 108 en midden 1957 al 145. Na de jaarwisseling 1957/58 werd het 150e lid verwelkomd. Dit bleef over een langere periode ongeveer het gemiddelde ledenaantal. Atmodes was in korte tijd een van de grootste atletiekverenigingen van Nederland geworden. Het KNAU-verslag over 1959 bevat een overzicht van de omvang van de Nederlandse verenigingen. Op die ranglijst stond Atmodes met 163 leden op de elfde plaats. Let wel mannen- en vrouwenverenigingen in één lijst. Tiende was HAV Haarlem (168 leden) en derde was RK Holland (242 leden). De vierde Haarlemse atletiekvereniging Gita was teruggevallen tot 80 leden. In het KNAU-verslag was ook een tabel opgenomen met de atletendichtheid per stad. De gemeente Haarlem had verreweg de meeste atleten per 100.000 inwoners, namelijk 385. Bijna alle andere steden kwamen niet verder dan de helft van dit aantal. Kortom: Haarlem was in die jaren dé atletiekstad van ons land. Op 23 januari 1961 kreeg Atmodes “Koninklijke goedkeuring”, iets dat in die tijd van belang was voor de rechtspersoonlijkheid.

3. Goede prestaties

Een van de eerste grote momenten bij Atmodes was de uitverkiezing van Nieske Wullems-De Vries, de zus van Rie van Drunen-De Vries, in het Nederlands team. Nieske blonk vooral uit op de 80 meter horden. Haar persoonlijk record uit de Gita-tijd was 11,7 sec. Ze werd in de ‘vacuümperiode’ tussen de oprichting van Atmodes en de officiële erkenning door de KNAU als onafhankelijk KNAU-lid opgesteld in de interland Frankrijk-Nederland, op 26 juni 1955 in Longwy, gelegen in de Franse Ardennen. Hoewel Ellen Ort formeel de eerste international van Atmodes was, was Nieske dit feitelijk. Zelfs in 1961, toen ze al een paar jaar was gestopt met wedstrijden, stond ze met haar 11,7 sec. nog elfde op de allertijdenlijst. In haar Atmodestijd had ze in 1957 een clubrecord neergezet van 12,0 sec.
Een ander memorabel moment was te danken aan de meisjes A junioren. In 1956 eindigde het team op de 4 x 80 meter als tweede op de landelijke ranglijst (41,3 sec.). Verder waren er tal van overwinningen in zogeheten dual meetings (twee clubs tegen elkaar). Zeer goede individuele prestaties waren er onder andere van Lottie Plugboer (sprint) en Ans Pennarts (sprint en vijfkamp).
Een opkomend talent was begin jaren zestig Jos van Duffelen. Jos werd in 1962 jeugdkampioen van Nederland op de 100 meter (in 12.3 sec.), waarmee ze ook eerste kwam te staan op de jaarranglijst. Deze prestatie was goed voor uitverkiezing in de nationale jeugdploeg. Zo maakte Jos deel uit van de nationale ploeg die tijdens de interland Nederland –Frankrijk in 1963 in Den Haag met 48,0 sec. een nieuw Nederlands record liep. Jos was jarenlang van vaste waarde in de 4 x 100 meter–ploeg en in de 4 x 200 meter-ploeg van de eigen club, waar ook Ellen Ort deel van uitmaakte. 1965 was haar laatste Atmodes-jaar.
Een andere junior A met een opvallende prestatie was Marian den Ouden, die in 1962 de kogel 12,72 meter ver wist te stoten. Ze kwam ermee op de vijfde plaats op de landelijke jaarranglijst.
Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat niet alle Atmodianen gezegend waren met evenveel talent. Er waren ook veel dames en meisjes die niet in de eerste plaats lid van de vereniging waren geworden voor de wedstrijdsport, maar vooral sportieve gezelligheid zochten. Ook deze groep kwam bij Atmodes goed aan zijn trekken. De club organiseerde allerlei activiteiten, waaronder clubavonden. En af en toe bracht de club bijna voltallig een weekend door in slot Assumburg in Heemskerk.

4. Volwassen

Wedstrijdploeg 1965 van Atmodes, die derde werd

Wedstrijdploeg 1965 van Atmodes, die derde werd

In 1965, het tiende jaar van haar bestaan, schaarde Atmodes zich echt bij de top van de Nederlandse damesatletiek. De vereniging werd in Rotterdam derde in de Nederlandse clubcompetitie (met 17.232 punten), achter Sagitta (18.488) en ADA (17573). Atmodes deed voor het eerst mee in de hoogste klasse; het jaar ervoor was de club eerste geworden in de tweede klasse en in 1963 ook eerste in de derde klasse. Mooie prestaties in Rotterdam waren er van Mieke Sterk, Ellen Ort en Greet Versterre. De 58,5 op de 400 meter van Mieke was goed voor een tweede plaats. Misschien wel de opvallendste prestatie was die van Greet Versterre, die met een speerworp van 42,49 meter niet alleen de Nederlandse kampioene achter zich liet (zij het met maar één centimeter), maar zich ook verzekerde van deelname aan de finale van de Europacup voor landenteams. Na Nieske, Ellen, Jos en Mieke werd Greet de vijfde international van Atmodes. Op Nieske na werden zij als Atmodiaan allemaal eenmaal of meermalen Nederlands kampioen.
Ook in een andere zin hoorde Atmodes er nu helemaal bij. Want op vrijdag 1 mei 1964 om half acht ’s avonds opende wethouder Voskuilen de gloednieuwe sintelbaan van het Pim Mulier Sportpark, waarmee de club een nieuwe start maakte.


Vervolg: Het hoogtepunt voorbij

De Haarlemse damesatletiekvereniging Atmodes (1955-1987)

Annuleren